Flitsen

Aanvankelijk leesmethodes hebben allemaal een flitsmodule opgenomen in hun digibordsoftware. Niet voor niets, want kinderen genieten er vaak van. En leerkrachten volgen graag dat verlangen. Steeds sneller de letters voorbij zien flitsen…in de speedboot of in de raceauto. We zwepen de kinderen op. Maar hoe zinvol is flitsen eigenlijk?

Gelukkig geven leerkrachten zelden individuele beurten bij de letterflits. Dat kan ook eigenlijk niet. Het is confronterend als je de flits niet bij kunt houden. Eén van de methodes heeft maar zo’n beperkt aantal letters in de flitsmodule, dat het elke keer op een teleurstelling uitdraait. Net op gang en al weer klaar. Twee methodes beginnen vrijwel dagelijks met het flitsen van letters en woorden.
Het grootste bezwaar van het dagelijks flitsen is dat de kinderen er de letters en woorden niet van leren! Je komt er niet verder mee. Als je de /j/ niet kent, leer je die niet door het flitsen. Flitsen is grotendeels toetsen: je stelt steeds opnieuw vast of je een letter of woord wel of niet kent. Wat dat betreft zou flitsen niet meer dan een toetje moeten zijn.
Zorg dat je altijd losse letters op je whitebord hebt hangen. Nu, begin december, kan een selectie van 10 – 14 letters volstaan. Wekelijks komen naar 2 – 3 nieuwe letters bij. De letters die de kinderen kennen, haal je voorlopig weg. Elke dag of elke week wissel je een paar van die oude letters met de letters van het whitebord. Lees de letters voor of een betere leerling leest voor. Schuif een enkele letter omhoog, bijv. de /a/. Praat even over de letter, oriënteer de kinderen op de letter, voel waar die letter in de mond zit, vergelijk de /a/ met de /aa/…en schuif de /a/ terug. Dan 3 – 4 keer in koor…en individuele beurten. Hussel de letters door elkaar, focus op een andere letter, bijv. de /b/…3 – 4 in koor, een enkele individuele beurt. Start de flitsmodule van je digibordpakket…en zweept de kinderen op tot grote hoogte. Geniet van dit toetje, maar niet veel langer dan een minuut!