We weten dat het nogal wat effectiever is om leesproblemen te voorkomen dan ze te moeten remediëren. Bovendien voorkomt zo’n preventieve aanpak dat kinderen het leesplezier wordt ontnomen. In de kleuterbouw kan al duidelijk worden welke kinderen een verhoogd risico lopen op een moeilijke leesstart. Hieronder bespreken we tien risicosignalen.
In het tijdschrift Taal (no. 15, jaargang 10, 2019) las ik een zeer leesbaar artikel met als titel Herken kleuters met risico op latere leesproblemen door Marjolein Noé, Heleen Leysen, Joke Simons en Eline Van Kerckhove. Ik wilde jullie de inhoud niet onthouden. Het artikel kun je hier in z’n geheel downloaden.
De schrijvers benoemen tien risicosignalen m.b.t. het latere leesonderwijs. Veel van deze signalen zullen jullie bekend voorkomen, maar het is goed om ze even op een rijtje te hebben. Bij elk risicosignaal vermeld ik ook een tip.
1. Taalbewustzijn
Rijmen en het kunnen verdelen van woorden in klankgroepen behoort tot de voorbereidende leesvaardigheden voor de kinderen van groep 1. Als een kind rijmen lastig vindt of moeilijk fietsbel, zadel, trapper in klankgroepen kan verdelen dan kan dat het lezen straks bemoeilijken.
Tip: laat kinderen veel taalspelletjes met jou spelen.
2. Mondelinge taal
Een goede woordenschat en vaardig zijn in het vertellen en begrijpen van verhalen werkt positief uit op de leesontwikkeling. Kinderen met een vertraagde spraak- en taalontwikkeling c.q. kinderen die logopedie nodig hebben een risicosignaal.
Tip: stel tijdens het voorlezen van prentenboeken denkvragen.
3. Letterkennis
Letterkennis is een sterke voorspeller voor leessucces. Het geeft de kinderen een ‘buffer’ aan het begin van groep 3.
Tip: Biedt een nieuwe letter altijd aan door uit te gaan van de klank: haal de doelklank uitgebreid uit een woord, voel waar en hoe de klank in de mond ligt en doe samen de lettervorm in de lucht na.
4. Fonemisch bewustzijn
Dit is de vaardigheid om klanken binnen woorden te onderscheiden, er over na te denken en om er mee te manipuleren. Een vaardigheid die veelal in de 2de helft van groep 2 op gang komt, een vaardigheid waarbij een kind ontdekt dat je van het woord kip de /k/ kunt inwisselen voor een /l/, waardoor je een heel ander woord met een heel andere betekenis krijgt. Om tot lezen te kunnen komen is de onderliggende auditieve analyse en synthese essentieel. Dit moet eigenlijk op orde als het kind met het leesonderwijs start.
Tip: spreekt woorden met verlengde klankwaarde uit, bijv. vvvv-i-ssss in plaats van /v/i/s/ zodat kinderen meer tijd hebben de losse klanken te herkennen. Maar ook: leer hen tegen het eind van groep 2 ook wat boom is zonder de /m/. Of wat hak wordt als we de /h/ vervangen door een /t/.
5. Familiaire aanleg
Kleuters met familieleden met ernstige leesproblemen (dyslexie) hebben een verhoogd risico om zelf ook leesproblemen te krijgen. Ongeveer een derde van de kinderen met een ouder met dyslexie heeft zelf ook dyslexie.
Tip: vraag aan ouders of er leesproblemen voorkomen in de familie: ouders, broers, zussen, maar ook grootouders.
6. Snel benoemen
Het vlot achterelkaar kunnen benoemen van reeksen kleuren, afbeeldingen, getallen, letters, maar ook vormen, namen van medeleerlingen is een sterke voorspeller voor later leessucces. Kinderen die hierin niet goed zijn, verdienen extra aandacht.
Tip: Wees alert op het wel of niet snel kunnen oproepen van dingen uit het geheugen. Ga niet het snel benoemen van reeksen trainen: we weten dat het geen zin heeft.
7. Gehoor, zicht en geheugen
Kleuters hebben een goed gehoor en een scherpzicht nodig om klanken te kunnen onderscheiden of verschillen in letters te kunnen zien. Ook het geheugen speelt een rol, want als kinderen moeite hebben met het onthouden van rijmpjes en versje dan gaat daar een signaal van uit.
Tip: Soms bieden we klanken aan m.b.v. klankgebaren. Ik ben altijd wat huiverig. Besef dat dit soort hulpmiddelen voor sommige kleuters een extra beroep doen op het geheugen.
8. Kansen
Sommige kleuters hebben vanwege hun sociaal- economische achtergrond minder ervaring met geschreven taal en (voor)lezen. Hoewel voor technisch lezen niet doorslaggevend, lopen deze kinderen sneller een achterstand op.
Tip: Geef preteaching voordat we een prentenboek interactief met de kinderen lezen. Introduceer tijdens de preteaching woordenschat aan de hand van concreet materiaal van de verteltafel, platen, beelden of een eenvoudig verhaal.
9. Interesse
Het is belangrijk dat kinderen in de loop van de kleuterbouw nieuwsgierig worden naar boeken. Weinig interesse in boeken zet kinderen op achterstand.
Tip: Door zeer regelmatig (dagelijks) voorlezen, een rijk boekenaanbod en elke week het interactief verkennen van een prentenboek, incl. herhaald voorlezen van dat boek prikkelen we de nieuwsgierigheid van de kinderen.
10. Begrip van geschreven taal
Als een kleuter niet experimenteert met lezen en schrijven, d.w.z. een kind doet niet alsof hij leest of schrijft, dan is dat een risico.
Tip: Schrijf veelvuldig in het kleuterlokaal, een zgn. Malabord (Ikea) is in een kleuterlokaal onmisbaar.