Met de komst van de nieuwe generatie aanvankelijk leesmethodes is het zingend of zoemend lezen in zwang geraakt. Het zou er toe moeten leiden dat minder kinderen langdurig blijven hangen in het hakken en plakken tijdens het lezen. Zoemen of zingen zou het spellend lezen moeten helpen voorkomen. Ik ben niet op de hoogte van onderzoek wat aantoont of dat ook werkelijk lukt. Wel zie ik leerkrachten worstelen met het zoemen. Ook hoor ik leerlingen in november nog zingend lezen. En zijn de collega’s in groep 2 van alle drukte ook maar gaan zoemen.
Zoemend of zingend lezen is lastig en onnatuurlijk. Het wil niet echt, het ‘bekt’ niet, het wordt geen routine, het gaat niet vanzelf. Bij leerkrachten niet en bij mij niet. Maar iedereen doet, tegen heug en meug, haar best. Het lijkt me, gevoelsmatig, ook juist om het te doen, maar wel tijdelijk en alleen als het nodig en nuttig is. Zodra we de eerste weken hebben gehad, is het voor de meeste kinderen niet meer nodig. Ook moeten we vanaf de eerste dag laten horen dat zoemen of zingen niet de bedoeling is. In de eerste weken lezen we de woorden van twee of drie rijtjes uit Veilig & Vlot of het rijtjesboek drie keer voor: een keer zoemend, een keer langzaam of nadenkend en een keer in een volwassen tempo. En naar dat laatste moeten we toe…daartoe gaan we de twee of drie rijtjes 5 – 7 keer in koor lezen + van onder naar boven. Steeds sneller, steeds minder langgerekt en steeds meer volwassen.
In de periode daarna bouwen we het zoemend of zingend lezen af. Alleen nog als het nodig is, bijv. als we mkmm- woorden lezen. Dan wordt het even een natuurlijk hulpmiddel. Zoemen en zingen krijgt gedurende oktober al zijn plek: bij de hulpmiddelen. Zorg dat het geen doel wordt, want daardoor zullen kinderen veel te langzaam blijven lezen. Moedig aan om niet te zoemen of te zingen, zorg dat het geen vast stramien wordt, voorkom dat zoemen het nieuwe hakken en plakken wordt. Helaas gaan sommige collega’s erg lang door met het uitgebreid zingen van woorden. Krijgt het kind daarna een individuele beurt, dan blijkt vaak dat hij of zij de woorden als een speer kan lezen.
Overigens beperkt het zoemen of zingen zich tot de leesles. In de 2de, spellingsgerelateerde les, hebben we natuurlijk het hakken en plakken nodig. En in groep 2 ook, want daar richten we ons op het onderscheiden van de afzonderlijke klanten en het manipuleren daarmee. Zodra we woorden lezen, kunnen we vanuit hakken en plakken het zoemen of zingen erin fietsen. Doch, de nadruk ligt in groep 2 op het analyseren en synthetiseren van klanken.