Hoe leg ik ouders dit uit?

Evelien zit in groep 5. Ze maakt de methodetoetsen van De Wereld in Getallen vrijwel foutloos. Bijna alles boven de 80% goed. Maar voor de lvs- toets Rekenen heeft ze nu al voor de derde keer een IV- score behaald. Klopt dat wel? En hoe ga ik hiermee om op het rapport. Lekker gesprek met ouders wordt dat.

Regelmatig klinkt deze vraag als ik met leerkrachten resultaten van kinderen analyseer. Veelal wordt het een beetje verwijtend gezegd. Ik begrijp dat wel. In beide gevallen hebben we met rekentoetsen te maken. Dus verwacht je dat de uitkomsten grotendeels in lijn met elkaar staan. In plaats van haaks op elkaar.

Maar….we hebben niet te maken met dezelfde toetsen! Dat lijkt maar zo! Dat ze op elkaar lijken, komt omdat methodegebonden toetsen en de lvs- toetsen zich beide met rekenen bezig houden. De WIG- toetsen of andere toetsen bij de rekenmethodes stellen vast hoeveel het kind de afgelopen drie weken goed heeft opgepikt. Dat zit bij Evelien wel ‘snor’. Ze kan steeds door naar het volgende blok zonder extra oefening en instructie. Daarbij ga ik er vanuit dat Evelien tijdens het instructiemoment de leerstof vlot oppakt én eerder geleerde vaardigheden snel beschikbaar heeft. Zo niet, dan kan de methodetoets wel goed gaan, maar heeft zo’n leerling desondanks mogelijk hulp nodig.

De lvs- toetsen zijn toetsen van een andere soort. Ze stellen niet vast of de leerstof van de afgelopen drie weken beheerst wordt. Nee, ze zijn bedoeld om vast te stellen op welk niveau de rekenvaardigheid van Evelien ligt. Deze toetsen kunnen iets zeggen of het kind in rekenvaardigheid gegroeid is. Daarvoor is de vaardigheidsscore. Methodetoetsen vertellen niet of het kind van de ene toets naar de andere gegroeid is of beter in rekenen is geworden. De toets van blok 3 kun je niet vergelijken met die van blok 4.

Methodetoetsen beslaan een periode van drie weken, lvs- toetsen bevatten leerstof van een half jaar. Methodetoetsen richten zich ook op de leerstof van drie weken. Lvs- toetsen gaan over onderwerpen uit allerlei domeinen, onderwerpen die langere tijd geleden aan de orde waren, onderwerpen die wat meer vragen dan wat in de methode behandeld werd.

Zoals gezegd geven methodetoetsen de beheersing aan, waarbij we ervan uitgaan dat ongeveer 80% van de kinderen de toets bijna foutloos maakt. Dat geldt dus voor Evelien, zij valt in de 80%. Lvs- toetsen zijn vaardigheidstoetsen. Ze bevatten opgaven op gemiddeld niveau, opgaven met een lager niveau én moeilijker niveau. Dit zie je niet in methodetoetsen.

Een score van 80% goed op de methodetoetsen betekent dat dit kinderen zijn met een I-, II-, III- of IV- score op de lvs- toetsen. Immers, deze vier niveaus beslaan samen 80%. Dat betekent dat het niet bijzonder is als Evelien een IV- score heeft op de lvs- toets én de methodetoetsen boven de 80% scoort. Kinderen met een IV- score kunnen goed meedoen met de groep! Je kunt dus zeggen dat Evelien  de methodetoetsen prima maakt, maar mogelijk meer tijd nodig heeft om iets te laten beklijven. Of ze heeft misschien moeite verschillende vaardigheden te combineren en/ of toe te passen in nieuwe contexten. Of Evelien heeft meer moeite met inzicht, misschien is ze eerdere leerstof snel weer kwijt. Maar dat laatste had de leerkracht natuurlijk al geobserveerd tijdens zijn lessen! En op ingespeeld m.b.v. zijn dagelijkse voorbereiding.

Maar hoe doe je dat nu met het rapport. Op basis van de methodetoetsen krijgt Evelien natuurlijk een goed. Klaar! Evelien kan goed mee met het groepsaanbod. Vervolgens moeten we dat resultaat in perspectief zetten. Ik zou met ouders de groei in rekenvaardigheid willen bespreken. Kijk samen met de ouders naar het lijntje in het leerlingrapport. Binnen de IV- score maakt Evelien voldoende groei, maar waar komt die groei uit? Waarschijnlijk niet bij het VWO, maar mogelijk wel bij de basisberoepsgericht leerweg van het VMBO.